Groeilessen van biotech startup NoPalm Ingredients
We spraken deze week met Lars Langhout van NoPalm Ingredients. Over hun missie om een duurzaam alternatief voor palmolie te leveren aan de Unilevers van deze wereld. En hoe het kan dat zij drie keer sneller zijn gegroeid dan de gemiddelde biotech startup. Let’s dive in!
In het kort
Nog geen twee jaar geleden begonnen Lars (ex-consultancy) en Jeroen (professor microbiologie) NoPalm Ingredients: een biotech startup met als missie een duurzaam alternatief te maken voor palmolie. Lars: “Palmolie zit in heel veel alledaagse producten en slechts 20% van alle palmolie is duurzaam verkregen. Met nieuwe Europese wetgeving in aantocht die de import van ontbossing gerelateerde producten verbiedt, zijn veel bedrijven op zoek naar een betaalbaar alternatief. Wij leveren dat duurzame alternatief voor palmolie.”
Hun alternatieve olie maken ze uit afvalstromen, zoals aardappelschillen en afgekeurde groenten. Nog geen tweejaar na oprichting is het team wat hieraan werkt gegroeid naar 20 man en hebben ze op kleine schaal de technologie bewezen. Volgens Lars ligt de volgende uitdaging in het rendabel krijgen van hun olie: “Als we op schaal tegen een concurrerende prijs onze olie kunnen leveren, dan gaan we een volgende fase in waarin voedingsproducenten onze olie in hun producten kunnen gaan verwerken.”
De meeste biotech en foodtech startups doen er tien jaar over om te staan waar NoPalm Ingredients nu is. Dan rijst natuurlijk de vraag: waarom lukte het Lars en Jeroen in minder dan drie? In gesprek met Lars kwamen we uiteindelijk tot drie belangrijke drijvers voor groei én succes.
Focus
In de wetenschap is eigenlijk alles interessant en wetenschappers hebben dan ook snel de neiging om alles te onderzoeken. Veel biotech startups dwalen dan ook continu af en zijn te weinig bezig met de hoofd onderzoeksvraag. Lars implementeerde vanaf het begin het OGSM model, waarbij iedere medewerker duidelijke (kwartaal)doelen met meetbare resultaten heeft. (vergelijkbaar met onze methode en dashboard) Lars: “Zo ontdekten we bijvoorbeeld een waardevol bijproduct tijdens het fermentatieproces. Super interessant, maar niet voor nu.” Want nu ligt de focus op het verbeteren van de zogeheten “yield”, het rendement olie uit droge grondstoffen.
Geld
In de biotech en foodtech is het niet gek als je pas over 5 tot 10 jaar een product hebt wat je werkelijk kunt verkopen. Tot die tijd ben je dus afhankelijk van (long-term) investeerders en subsidies. NoPalm Ingredients kreeg direct bij de start al veel vertrouwen van investeerders en angels, niet op de laatste plaats vanwege de gedegen achtergrond van Lars en Jeroen. En dat vertrouwen groeide gaandeweg, door het verkrijgen van patenten, winnen van wedstrijden én behalen van resultaten in het lab.
De volgende investeringsronde is nodig om de technologie verder op te schalen. Lars over de zoektocht naar investeerders: “We doen het goed en hebben veel interesse van investeerders, maar het nog lang niet altijd makkelijk om investeerders te vinden die echt snappen wat je doet. Simpele taal spreken en denken vanuit de klant helpt daarbij wel enorm.”
Mensen
Uiteindelijk is alle succes van een bedrijf afhankelijk van de mensen die er werken. Zonder goede mensen geen goede strategie, zonder goede strategie geen goede uitvoering, en zonder goede uitvoering geen winst onderaan de streep. Zeker in een bedrijf wat snel groeit en continu verandert is het van belang om iedereen aan boord te houden. Ervoor te zorgen dat mensen zich veilig voelen en weten wat er van ze verwacht wordt. “Veel mensen vonden het gek dat we al vrij vroeg iemand aannamen voor People & Culture, maar het betaalt zich dubbel en dwars uit.”
Tot slot vroeg ik Lars of hij nog ergens wakker van ligt. De komende 2 jaar zijn de meest cruciale fase voor NoPalm Ingredients. Hierin moeten ze bewijzen dat hun vooruitstrevende technologie ook commercieel aantrekkelijk is. Maar last van stress heeft Lars niet: “In mijn oude baan kwam het wel eens voor dat een klant in het Russisch mijn huid vol schold, dat heb ik gelukkig niet meer. Plus dat ik heb gemerkt vrij rustig te blijven bij verandering. En veranderen, dat doen we continu.”